dinsdag 6 oktober 2015

Ik had een boze droom.

Ik was weer redacteur van Automobiel Klassiek en ik kreeg een drukproef in handen van pagina vijf, de inhoudsopgave. Anita en Jan keken over mijn schouder mee.
Op die pagina was een kolossale fout gemaakt: onder de kop 'Boudewijns Porsche' stond een foto van Boudewijn … bij een Peugeot 304 Cabriolet. De emoties knalden over elkaar heen. Angst: was de pagina al gedrukt? Schaamte: dit had ik moeten zien. Vernedering: iedereen zou me nu uitlachen! Woede: wie heeft die pagina goedgekeurd?

Patricia maakte me wakker.

Iedereen kan het verschil zien tussen een Peugeot en een Porsche. Maar er waren meer gekke dingen in die droom.
Boudewijn was mijn chef, maar drie banen later, toen ik de overstap van journalistiek naar persvoorlichting had gemaakt. Hij hield van klassieke auto’s, dat wel. Hij had zelf een oud lijk van een Jaguar.
Mijn hoofdredacteur bij Automobiel Klassiek was Gert, en die had wel een Porsche. Een 912 weliswaar, de armeluis-variant met een vier- in plaats van een zescilinder boxermotor.
En Anita was een collega in de Automobiel Klassiek-tijd, maar Jan in de Boudewijn-tijd.

Kortom, een zootje. Ik ben een paar uur van slag geweest.

Porsche 912

Peugeot 304 Cabriolet
Naschrift: ik neusde even rond op de interwebs en vond deze. Mijn eerste omslagverhaal, over de Rover van Tom:


Een van de leukste reportages, Fiat Abarth contra Mini Cooper:


En een lekker studio-verhaal, over de Jaguar E-Type:



vrijdag 11 september 2015

Een twitter-gesprek.







Gelukkig voor MediqCombiCare is @Klantsupport een parodie-account.

woensdag 5 augustus 2015

Het was even schrikken toen ik mijn kamer in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis (vanaf nu: SLAZ) in ogenschouw nam. Een eenpersoonskamer, prima, maar waar was de televisie?
'We verstrekken geen televisies op deze afdeling. Patiënten slaan die te vaak kapot.'
Mon Dieu, waar was ik beland?
'Als je wilt kan je zelf een toestel neerzetten.'

Het uitzicht vanuit mijn bed in SLAZ. Geen televisie!
Dat was een telefoontje naar de familie dat ik niet ging plegen: 'Zeg, kan je bij je volgende bezoek een teevee meenemen? Een beelddiameter van minimaal 40 cm graag. Met een Digitenne, want ze hebben hier geen kabelaansluiting op de kamers. En iets om 'm op te zetten.'
Echt niet. Ik besloot het zonder televisie te doen.

Er zijn ook andere manieren om aan nieuws te komen. Via twitter volg ik veel journalisten en nieuwsbureaux, er is Teletekst (de app) en AT5, NOS, BBC en CNN (ook de apps).

En er is radio.

Ik had al een tijdje niet meer naar radio geluisterd. In mijn tijd als forens stond Radio 1 of BNR in de auto aan, maar dat kon me nu absoluut niet meer boeien. Op Radio 1 werd het weinige nieuws iedere keer hinderlijk onderbroken door dom gefiets in Frankrijk en BNR heeft te weinig buitenland en te veel beurs en reclame.
Ook qua radio was ik aangewezen op de onvolprezen BBC. BBC World Service heeft ieder uur uitgebreid nieuws, en veel achtergrond. Het interviewprogramma HardTalk (met de voortreffelijke interviewer Stephen Sackur) wordt één op één overgenomen van televisie, evenals reportages van Newsnight. Er wordt veel aandacht aan wetenschap besteed.
BBC Radio 4 is briljant. 's Morgens is er Today met al het nieuws en messcherpe interviews, 's middags The world at one (met de heerlijke stem van Martha Kearney), en 's avonds The world tonight. In de ochtend gooien ze er een uurtje A history of ideas tegenaan (met de multi-inzetbare Melvyn Bragg) en op de zaterdagavond laat doen ze een muziekkwisje (Counterpoint) met vragen die variëren van Mud tot Mozart. En verder programma’s over boeken, kunst &c.

Radio is helemaal terug in mijn leven. Dankzij het internet haal je de hele wereld binnen, maar ik heb voorlopig genoeg aan de BBC. En nu op BBC 3: de Proms!

vrijdag 31 juli 2015

Een van de kenmerken van mijn depressie was dat ik steeds minder zin in boeken lezen had. Korte berichtjes van internet lezen ging nog wel, een niet te lang tijdschriftartikel ook, maar een boek? Ik kon me er niet toe zetten. De nieuwsgierigheid was weg, de energie ontbrak.

Toen ik in de mpu (medisch psychiatrische unit) van het VUmc naar het plafond lag te staren was ik bang om niet alleen depressief maar ook om gek te worden. Ik had niets om te lezen! Ik wist niet eens of ik zin had of de concentratie kon opbrengen om te lezen, maar dat ik geen boek onder handbereik had maakte me onrustig.

Mijn broertje begreep me feilloos toen ik vroeg om een boek met moeilijke woorden en lange zinnen, bij voorkeur over politiek, geschiedenis of filosofie. Hij gaf me Liberalisme van Edmund Fawcett: 'Alsjeblieft. Dit is het enige boek hier in het ziekenhuiswinkeltje dat aan je eisen voldoet.'

Het viel niet mee en dat lag niet aan het boek (een aanrader, hoewel de vertaling enigszins rammelt). Ik kon geen drie pagina’s lezen zonder de draad kwijt te raken of in slaap te vallen. Toen ik twee weken later naar de paaz (psychiatrische afdeling algemeen ziekenhuis) van het SLAZ (Sint Lucas Andreas Ziekenhuis) werd overgeplaatst was ik nog niet halverwege.

Naarmate mijn herstel vorderde nam mijn leesplezier en -tempo weer toe. Van de ongeveer twintig 'inmates' in de paaz was ik de enige die met een boek gesignaleerd kon worden. Dat ik las was één ding, maar men vond het soort boeken al genoeg reden voor opname.


Ik vind het wel meevallen. In die vijf weken las ik wat ideeëngeschiedenis (Liberalisme van Edmund Fawcett), een verkenning van hedendaags links-populistische bewegingen als Occupy, Syriza en Podemos (Why it’s kicking off everywhere van Paul Mason - Mason is een buitengewoon goed ingevoerde journalist die schrijft voor The Guardian en reportages maakt voor Channel 4 News; volg hem via @paulmasonnews), het eerste en laatste deel van een reeks over de recente geschiedenis gezien door een marxistische politiek-economische bril (The age of revolution en Age of extremes van Eric Hobsbawm), een links tractaat (One-dimensional man van Herbert Marcuse), een communistisch standaardwerk (Terrorism and communism van Leon Trostky - met een inleiding van Slavoj Žižek), een van de klassieken (The annals of imperial Rome van Tacitus - in vertaling want mijn Latijn is niet meer wat het geweest is), een biografie (Wilfred Thesiger-The life of the great explorer van Alexander Maitland) en twee detectiefjes/thrillers (Uncommon danger en The mask of Dimitrios van Eric Ambler - Ambler is een van de grondleggers van het genre).

Ik ben nog bezig in Ill met by moonlight van W. Stanley Moss. Daar ga ik u een andere keer over lastigvallen.

Ik heb geleerd dat een verminderde leeshonger voor mij een indicatie is voor een opkomende depressie. Als ik hier dus niet meer over boeken aan het zeuren ben, wilt u dan mijn behandelaars waarschuwen?

woensdag 29 juli 2015

De psychiatrie was een onderdeel van de gezondheidszorg dat ik nog niet van binnen kende. Dat veranderde na een door een depressie gedreven zelfmoordpoging.

De precieze details van die poging laat ik hier liever onbesproken. Ik ben hersteld.

Na die poging ben ik voortreffelijk opgevangen en begeleid, eerst in het VUmc en vervolgens op de afdeling psychiatrie van het Sint Lucas Andreas. En natuurlijk door mijn familie en een heel klein kringetje van naasten. Ik ben weer thuis.

Ik had me nooit gerealiseerd dat ik aan een depressie leed, totdat ik met een psychiater in het VUmc de afgelopen twee jaar onder de loep nam. Ik bleek een depressie uit het boekje te hebben, ik vertoonde alle kenmerken. Ik had steeds minder interesse in dingen die ik altijd leuk vond (lekker eten, muziek, boeken), ik maakte me steeds minder druk om dingen die ik belangrijk vond (de toestand in de wereld, politiek, de zorg), ik durfde steeds minder naar de toekomst te kijken, ik sloot me steeds meer af van iedereen die belangrijk voor me was en ik zorgde steeds slechter voor mezelf.

Mijn wereldje werd steeds kleiner.

Gelukkig ben ik nu op de weg terug, gesteund door niet alleen naasten en professionals, maar ook door een (geringe) dosis dagelijkse pretpillen (psychofarmaca). Ik heb me in tijden niet zo goed gevoeld en daar bedoel ik mee: ik ben weer redelijk mezelf en ik merk nu hoe ik mezelf de afgelopen periode ben ik kwijtgeraakt. En dat ik mezelf weer aan het worden ben, voelt goed.

Dit blogje is een eerste stap om mijn sociale en maatschappelijke leven weer op te pakken. Iedereen die me gemist heeft: laat wat van je horen. En als ik niets van je hoor, dan neem ik te zijner tijd zelf weer contact op. Want ik mis jullie wel.

maandag 30 maart 2015

De vorige keren dat ik in het Concertgebouw op een gastenlijst stond was toen de gemeente er de nieuwjaarsrecepties organiseerde. De hele hut werd afgehuurd, overal muziek, hapjes en drankjes en bobo's werden van alle kanten ingevlogen. Je moest even door de speech van een Schelto Patijn of Job Cohen heenbijten en er is was wat verplicht multicultureel entertainment maar daarna kon je los, lekker netwerken. Het was altijd een sport een raadslid of wethouder die iets te diep in het glaasje had gekeken tot uitspraken te verleiden die ze in het koude daglicht nooit zouden doen.

Maar dat waren de hoog rollende jaren negentig. Gistermiddag was ik uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje in de Kleine Zaal. Ik schreef er al eerder over. De schoonmoeder van een getalenteerde maar nog niet doorgebroken klassiek pianist werd 65 en huurde daarom de Kleine Zaal af. Zij nodigde familie, vrienden en kennissen uit voor een feestje en hij speelde op het mooiste podium ter wereld. Succes verzekerd.
Risicoloos was het echter niet. Er waren 200 kaarten uitgedeeld aan familie, vrienden &c. maar de overige 237 moesten gewoon worden verkocht. Als er te weinig verkocht zou worden, had het Concertgebouw het recht het optreden af te gelasten. Ze houden daar niet van halflege zalen.

De gok pakte gelukkig goed uit. De zaal zat vol. Later hoorde ik dat er maar 33 kaarten niet waren verkocht. 26 van die 33 waren klapstoeltjes, die zo beroerd zitten dat je bijna liever thuisblijft. Maar dan zou je iets gemist hebben.
Voor de pauze speelde Luís Rabello twee sonates van Beethoven: Sonate opus 27 nr 2 'Mondschein' en Sonate opus 111, na de pauze 3 ijdele walsen van de Braziliaanse componist Radamés Gnattali, Ballade nr 4 opus 52 van Frédéric Chopin, Gaspard de la nuit van Maurice Ravel en als uitsmijter zijn eigen Paganini-variaties in Braziliaanse stijl. Toegiften konden niet uitblijven: Odeon van Ernesto Nazareth en Valse de la Douleur van Heitor Villa-Lobos.

Over het concert kan ik kort zijn: Luís Rabello kan spelen. Ik vond zijn Beethoven wat stroef maar met Chopin en Ravel deed hij voor niemand onder en zijn Gnattali was letterlijk onvergelijkbaar. Heerlijke muziek. Zijn Paganini-variaties waren vuurwerk.
Rabello mag vaker in Amsterdam komen spelen.






vrijdag 27 februari 2015

De Canto Ostinato. Je houdt ervan of je haat het. Ik behoor tot de eerste categorie. Maar ik weet niet goed waarom. Ik ben niet zo'n pianoliefhebber. In het klassieke repertoire luister ik eigenlijk alleen graag naar de Goldberg-variaties (de Glenn Gould-opname uit 1981, maar Ivo Janssen doet het ook erg goed). 


Ook buiten het klassieke repertoire ben ik geen enorme pianoliefhebber, op een paar uitzonderingen na: The Köln Concert van Keith Jarrett en het album An Evening with Chick Corea & Herbie Hancock: In Concert.

Eerst maar even luisteren naar dit fragment van The Köln Concert.


En dan Chick en Herbie.


Past de Canto Ostinato in dit rijtje? Maakt ook niet uit. Toen Kees Wieringa en Polo de Haas in 1996 hun versie voor twee piano's uitbrachten was ik verkocht. Ik had wel eens wat eerder van Simeon ten Holt gehoord (ik ben een geboren Bergenaar) maar was daar niet echt van gecharmeerd. De Canto was andere koek.

Waarom de Canto me zo pakt weet ik nog steeds niet, maar het heeft iets hypnotiserends met z'n herhalingen, minimale veranderingen en eenvoudige melodietjes. Je kan er heel geconcentreerd naar luisteren en in de structuur verdrinken of het aanzetten en de krant gaan lezen: in beide gevallen nestelt de muziek zich onder je schedeldak.

De Canto is geen tot op de laatste noot uitgeschreven compositie en kan in diverse bezettingen en lengtes worden uitgevoerd. Afgelopen woensdagavond in het Concertgebouw bezocht ik met M. een volvette versie van de Canto: natuurlijk Kees Wieringa en Polo de Haas achter de vleugels, aangevuld met Arielle Vernède en Gerard Bouwhuis, het Mondriaan Kwartet en Lotte Bovi (mezzosopraan). En in plaats van ruim een uur duurde het maar liefst twee uur en een kwartier.

Gelukkig bleef ook in deze uitvoering de magie van de Canto intact. Het klonk fantastisch. Het samenspel was ijzersterk, de klanken van de vleugels, de strijkers en die ene stem mengden schitterend. Toch wrong er iets. Het was soms te zwaar, te dik aangezet. Als ik deze uitvoering mag vergelijken met die voor twee piano's dan is het de blokkwast versus de penseel.
De magie van de uitvoering voor twee piano's ontstaat mede doordat er met minimale middelen een rijk klanktapijt wordt geweven waar je zelf ook mee aan de slag moet; in een uitgebreide bezetting als  die van woensdag klinkt het vaak te makkelijk, te mooi. Ik had af en toe zelfs associaties met Morricones Once Upon A Time In The West.

U merkt het, ik zal nooit muziekrecensent worden. Geeft niks. Ik heb andere kwaliteiten. Gelukkig kunt u zelf oordelen over deze uitvoering: Kees Wieringa meldt op zijn Facebook-pagina dat er een cd van uitgebracht gaat worden en dat het concert 8 maart as. op televisie te zien is. Mag ik u tot die tijd deze versie voor vier piano's aanbevelen?


vrijdag 6 februari 2015

Syriza won de verkiezingen in Griekenland en zet nu de EU het mes op de keel: stop met het kapotbezuinigen van de Grieken. In Spanje zegt Podemos de corrupte politici van de PP en PSOE de wacht aan: op 24 mei zijn er gemeenteraadsverkiezingen en in 13 regio's verkiezingen voor een nieuw parlement. In november of december wordt een nieuwe 'tweede kamer' (Congreso de los Diputados) gekozen.

Links is terug in Europa. Voor de goede orde: niet 'extreem' of 'radicaal' links zoals onze vaderlandsche media iedere keer roepen (en niet alleen de rabiaat rechtse maar ook het 'neutrale' NOS Journaal) maar gewoon links. In deze column legt Ewald Engelen kort uit hoe links Syriza en Podemos echt zijn en hoe het journaille daarover rapporteert.

In Nederland wil het met links niet echt lukken. Voornoemde Ewald Engelen riep in een tweet op tot een grote demonstratie ter ondersteuning van Syriza; afgaande op de reacties mag hij blij zijn als hij een telefooncel weet te vullen.


Dat ligt niet aan Engelen, maar aan het gebrek aan links in Nederland. Even recapituleren: D66 was vroeger links maar is tegenwoordig VVD-light; de PvdA was een bolwerk van de sociaaldemocratie maar heeft zich overgeleverd aan de neoliberale agenda; GroenLinks lijkt na een flirt met het liberalisme voorzichtig op de weg terug en de SP heeft zich laten inkapselen door de parlementaire democratie.
Natuurlijk is de SP ook in de buurten en op de werkvloer actief. Ze hebben de Abvakabo FNV overgenomen van de PvdA en daarmee behalen ze resultaten voor de onderkant van de arbeidsmarkt (schoonmakers, zorgpersoneel). Prima. Het lukt de SP echter niet het buitenparlementaire werk te vertalen naar verkiezingswinst.

Is er dan geen echte buitenparlementaire linkse beweging? Natuurlijk, meer dan één zelfs. Ik geef u de Internationale Socialisten (IST), het Socialistisch Alternatief (CWI), de NCPN, de Groep Marxisten-Leninisten/Rode Morgen, Vonk (IMT), de Socialistische Alternatieve Politiek (de Vierde Internationale) en PSP'92. Veel van deze versplintering komt overigens voort uit de desintegratie van de trotskistische beweging. En laat ik de anarchisten niet vergeten, die zich keurig hebben georganiseerd in de Vrije Bond.  Helaas is de kwalificatie 'marginaal' voor al deze groepen nog een vriendelijke.

Waarom komt er in Nederland geen brede, linkse beweging van de grond? Gaat het nog niet slecht genoeg? Ik kan het me niet voorstellen. Zijn we niet links genoeg? Kan zijn, maar dat is een kwestie van heropvoeden. Spreekt het linkse verhaal onvoldoende aan? Zeker, maar dat ligt niet aan het verhaal maar aan de wijze waarop het verteld wordt. En door wie.

Want laten we eerlijk zijn: hebben we een begeesterd orator op links? Een Alexis Tsipras, die een verdeeld Griekenland achter zijn beweging weet te krijgen? Een Yanis Varoufakis, die in interviews soeverein het marktgeile Angelsaksische journaille de oren wast en de Duitsers een geschiedenislesje geeft? Een Pablo Iglesias die in Madrid de Puerta del Sol weet vol te pakken?

Alexis Tsipras.
Yanis Varoufakis.
Pablo Iglesias.
Nee, wij hebben Emile Roemer.


maandag 26 januari 2015

De portier vroeg: 'Is dit uw eerste bezoek?'
'Nee,' antwoordde ik, 'maar de vorige keer is denk ik dertig jaar geleden.'

Het zal geen dertig jaar zijn geweest, maar vijfentwintig toch wel. Net als het Frans Hals Museum had ik Teylers voor het laatst bezocht in het gezelschap van mijn Haarlemse Mafiamaatjes. Opnieuw was ik veel te lang weggebleven. Gelukkig staat de tijd in Teylers stil. Bijna althans.

De Instrumentenzaal.
De Instrumentenzaal leek ongewijzigd. Hier staan de Large Hadron Colliders uit de achttiende en negentiende eeuw. Wetenschap was toen al een avontuur.
Ook de Eerste en Tweede Schilderijenzaal leken niets veranderd, hoewel ik me heb laten vertellen dat de muren vroeger wit waren. Ik kan het me niet herinneren.

De Tweede Schilderijenzaal.
De mooiste ruimte in Teylers is en blijft de Ovale Zaal. Ook deze 'boek- en konstzael' - opengesteld in 1784 - heeft net als de andere zalen aan daglicht genoeg.

De Ovale Zaal.
De collectie van Teylers is nog altijd een bijzondere combinatie van wetenschappelijke instrumenten, stenen en mineralen, fossielen, schilderijen en prenten, en boeken. Teylers is goed in - helaas vaak kleine - tijdelijke tentoonstellingen. Op dit moment wordt een selectie schitterende natuurdrukken geëxposeerd maar ik verheug me nu al op Drawn from the Antique: Artists and the Classical Ideal, samengesteld in samenwerking met mijn favoriete Londense museum: Sir John Soane's Museum. Vanaf 11 maart.

maandag 19 januari 2015

Je hebt kadoos en cadeaux. Van de een krijg je een ceedeetje, van de ander een optreden in het Concertgebouw. En dan niet aanschuiven bij een concert van iemand anders, nee, je krijgt de zaal helemaal voor jezelf, voor je eigen recital. De Kleine Zaal weliswaar, maar toch.

Luís Fabiano Rabello is een pianist van Braziliaanse komaf die hier ten lande probeert een carrière van de grond te krijgen. Ik schreef al eerder over Luís, zijn eveneens muzikale vrouw Agnes, en zijn schoonmoeder. En schoonmoeder Marleen is van de cadeaux. Omdat ze 65 wordt, organiseert ze een concert. Ze heeft de Kleine Zaal afgehuurd, haar schoonzoon treedt op en haar familie en vrienden genieten van de muziek. Wat een fantastisch plan.


Marleen neemt wel een risico. Niet met de muziek, want Luís kan echt wel spelen, maar met de zaalbezetting. Marleen heeft zo'n 200 familieleden en vrienden uitgenodigd, maar daarmee zit de Kleine Zaal nog lang niet vol - zelfs in die 'kleine' zaal gaat nog 437 man. In het contract met het Concertgebouw staat dat ook die overige 237 plaatsen verkocht moeten worden, anders wordt het optreden geannuleerd. Dat zou een drama zijn.

Dit blogje is dus een oproep. Kom met mij naar de recital van Luís Fabiano Rabello, zondagmiddag 29 maart in het Concertgebouw. Het programma:
Beethoven - Veertiende sonate in cis, op. 27, nr. 2 'Mondschein'
Beethoven - Sonate nr. 32 in c, op. 111
Gnattali - 10 Waltzes
Ravel - Gaspard de la nuit 
Rabello - Paganini Variations in Brazilian Style

Kaartjes kopen kan hier. En als je gaat, laat dat dan even hier weten. Om alvast in de stemming te komen speelt Luís een stukje Beethoven.