zondag 16 januari 2011

Voor de mensen die mij niet of niet zo goed kennen, behoeft het kopje ‘in mijn pijp’, rechts op deze pagina, mogelijk enige toelichting. Ik kan natuurlijk volstaan met de mededeling dat ik uit dit blik tabak momenteel mijn pijp vul. Dat is kort en ter zake en voor velen misschien afdoende. Maar aangezien ik deze ruimte op het web gecreëerd heb om te kunnen zwatelen over de dingen die ik leuk vind, ga ik u hier wat meer vertellen over deze archaïsche liefhebberij.

Vroeger (toen bijna alles beter was) werd er veel meer pijp gerookt. Tabak en pijpen waren overal te koop en iedereen die niet zelf rookte, had wel een of meer pijprokers in zijn omgeving. Zo had mijn vader een rekje met pijpen in de vensterbank staan, alhoewel ik me niet kan herinneren dat ik hem ooit met zo’n ding gezien heb. Het hoofd van mijn lagere school rookte pijp. En natuurlijk Kapitein Rob: hij heeft een zwarte sandblasted bulldog. (Voor H.: nee, dat is geen zielig gezandstraald hondje, maar een type pijp.) U begrijpt: ik was gepredestineerd.

Ik moest echter eerstejaars worden voordat ik mijn lotsbestemming zou vervullen. In mijn pubertijd had ik natuurlijk gerotzooid met sigaretten en wat dilettantistisch sigaartjes gepaft, maar eenmaal ter sociëteit werd ik er door ouderejaars op gewezen dat er een betere manier was om van tabak te genieten. Ik kreeg instructie.
Mijn eerste pijp kocht ik bij de oude Tromp, op de hoek van het Janskerkhof en de Lange Jansstraat. Ook Ben van Leur (beter bekend als sigarenmagazijn ‘het snobje’) in de Nachtegaalstraat mocht zich in mijn klandizie verheugen. Maar al snel verlegde ik mijn inkoop buiten Utrecht, naar Roy Luca in Zeist. Roy was de sigarettenwinkel van zijn ouders aan het overnemen en hij bouwde die om naar een speciaalzaak voor het echte roken. We schrijven het midden van de jaren tachtig.
Bij Roy leerde ik goede pijpen van slechte onderscheiden en begon ik mijn nog altijd voortdurende ontdekkingsreis door de wereld van tabak. Zoals veel pijprokers begon ook ik met het verbranden van zoetige tabakken, zoals Skandinavik (zwart) en MacBaren Mixture.
 
Ook in die tijd begon ik aan reeks bezoeken aan Londen. Engeland was immers de bakermat van de goede smaak en de enige plaats waar het dragen van tweed jasjes, het drinken van port en het roken van pijp nog werkelijk op waarde werd geschat.
Achteraf gezien waren die bezoeken precies op tijd, want het waren de laatste jaren van de beroemde Londense tabakswinkels. Als je Fribourg & Treyer in Haymarket, Robert Lewis in St. James’s Street, Astley’s in Jermyn Street of Sullivan Powell in Burlington Arcade binnenstapte, ging je terug naar de negentiende eeuw. In het British Empire ging de zon nooit onder en heren vermaakten zich in een van de vele clubs, als ze niet in hun landhuis waren of zaken deden overzee. (Ik had in de negentiende eeuw moeten leven. Dan was ik als jongeman naar de koloniën gestuurd waar ik me dan voor mijn dertigste doodgeneukt en –gedronken zou hebben.)

Mijn smaak in tabak veranderde, van aromatische tabakjes naar – natuurlijk - English Mixtures van virginia en oriëntaalse tabak en latakia (tabak die gedroogd wordt op vuurtjes van kamelenmest). Ook aromatisch, maar dan anders.
Hoewel de beroemde tabaksleveranciers in Londen zijn verdwenen of onherkenbaar zijn veranderd, is hun tabak vaak nog wel leverbaar. Die wordt dan echter, soms niet onverdienstelijk, in licentie geproduceerd. Dat geldt niet voor de beroemdste aller English Mixtures, de Balkan Sobranie. Beter is nooit gemaakt. Gelukkig heb ik die nog een aantal jaren mogen roken voordat de productie eind jaren tachtig werd gestaakt. Ik ben er nooit achter gekomen waarom dat was. Getuige de vele sentimentele berichten hierover kan dat nooit een gebrek aan afzetmarkt zijn geweest.

De rest van mijn leven staat in teken van het zoeken van de ultieme English Mixture, die de plaats van de Balkan Sobranie kan innemen. Mijn eigen ‘quest for the holy grail’ dus. De rechtsboven op deze pagina genoemde tabakken zijn pogingen in die richting.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten